Snurkgeluiden ontstaan door een vernauwing in de luchtweg tussen de ingang van de neus en de stembanden. Bij snurken is er meestal sprake van een vernauwing achter de huig (overgang van de neus- naar de keelholte), of van het gebied in de keelholte áchter de tong. Door deze vernauwing ontstaat bij het inademen een onderdruk in de keel, waardoor het zachte gehemelte met de huig, de tong en de wanden van de keelholte naar elkaar toe gezogen worden en gaan trillen; dit veroorzaakt het snurkgeluid. Snurken komt voor op alle leeftijden en neemt toe met de leeftijd. Dit komt doordat het slijmvlies van de keelholte bij het ouder worden dikker wordt door ophoping van vetweefsel; de doorsnee van de luchtweg wordt hierdoor kleiner. Bovendien worden slijmvliezen, net als de huid, op oudere leeftijd slapper, zodat deze makkelijker kunnen gaan trillen. Dit gebeurt met name door slapen op de rug; hierdoor zakken het zachte gehemelte, de huig en de tong naar achteren en veroorzaken snurkgeluiden. Slaapmiddelen of kalmerende middelen verlagen de spierspanning en hebben hetzelfde effect. Ook neusverstopping, irritatie van de keel, roken, of overgewicht zorgen voor vernauwing van de luchtweg met snurken als gevolg.